Het gokken, meestal op de paardenrennen, komt bij Wodehouse nogal eens voor. In de roman ‘Ring for Jeeves’ helpt Jeeves zijn tijdelijke meester Lord William ‘Bill’ Rowcester die als bookmaker geld probeert te verdienen om zijn afbrokkelende kasteel Rowcester Abbey te redden. In ‘Uncle Fred flits by’ is sprake van de hondenrennen, en in talloze andere verhalen komt het wedden zijdelings ter sprake. In het verhaal van deze week ‘The Great Sermon Handicap Race’ vormt het de hoofdmoot, en ook in dat hierna, ‘The purity of the turf’ speelt het een belangrijke rol. – Voor de vertaler een lastige opdracht, want de in Engeland zo wijd verbreide gok-cultuur met zijn typische gebruiken en het bijpassende jargon kennen wij hier niet zo. De fraaie korte uitdrukkingen voor allerlei vormen van weddenschappen en de gebruiken daarbij (to risk a tenner each way, an S.P. job, his odds are shortening) hebben wij niet, en het moet natuurlijk niet te duister, maar ook niet te uitleggerig worden.
Een ander terrein dat Wodehouse vaak betreedt is dat van het klerikale, waarbij het lastige is dat de Anglicaanse kerk uiteraard een protestante kerk is, maar voor een groot deel veel meer op de katholieke lijkt. Dat levert problemen op bij de terminologie die je kunt gebruiken. Vaak zou je de vicar ‘pastoor’ willen noemen, maar dat kan niet want hij is getrouwd, dus zeg je dominee – maar dan kun je de curate dus ook geen kapelaan meer noemen. Er is dan weer wel een bisschop. En al die dominees en hulppredikanten dragen toch albe’s en kazuifels en superplieën. Dat soort problemen. Niet erg consequent allemaal, maar goed, het zij ons – al dan niet per biecht – vergeven.
In dit verhaal – een van Wodehouse’ allerleukste – komen het gok-jargon en het klerikale jargon allebei veelvuldig voor – bien étonnés de se trouver ensemble.
Podcast: Play in new window | Download