Deze week verscheen een recensie van Jeeves en de Liefde in het Parool, door Arie Storm:
TRAGIEK TEMIDDEN VAN ALLE KLUCHTIGHEID
In 2008 vertaalde ik een roman van Benjamin Black (een pseudoniem van de geweldige lerse schrijver John Banville) en daarin werd verwezen naar ene Honoria Glossop. Ik had geen idee wie dat was, dus googelde ik haar en zo kwam ik uit bij de boeken van P.G. Wodehouse (1881-1975). Ik ging de komische romans en verhalen van Wodehouse lezen en was compleet verkocht. Inmiddels heb ik zo’n beetje al zijn werken in de kast staan – en dat zijn best veel titels.
Dankzij de inspanningen van vertaler Leonard Beuger en de kleine uitgeverij IJzer verschijnen nu moderne Nederlandse vertalingen. De nieuwste is de vertaling van The mating season (1949), onder de titel Jeeves en de Liefde. Deze en The Code of the Woosters ( 1938) uitgegeven als Jeeves – Een man van eer) worden tot de hoogtepunten van het oeuvre van Wodehouse gerekend.
Ik leg dit zo precies uit, omdat ik er achter ben gekomen dat de naam Wodehouse jongere lezers niets zegt, terwijl oudere lezers denken dat de boeken een tikkeltje oubollig zijn.
Hoe onterecht is dat laatste! De boeken lezen als moderne comedy, fijn vertaald door Beuger. In Engelstalige landen is Wodehouse nog altijd waanzinnig populair; grote schrijvers (zie Banville) herlezen en prijzen zijn werk. Voor mij is hij in middels een inspiratiebron. Dat zit in zijn toon, zijn fantastische timing, de humoristische dialogen, maar vooral in de manier waarop in de boeken naar het leven wordt gekeken, nooit al te ernstig. En dat werkt verkwikkend.
Een van de grote creaties van Wodehouse is het duo Jeeves en Wooster, de knecht en de meester. Die verhouding is in de praktijk overigens precies andersom: Bertie Wooster tast de meeste tijd in het duister, terwijl zijn bediende Reginald Jeeves de touwtjes in handen heeft en voor de oplossingen zorgt. Dat maakt van Wooster de ideale ik-verteller: pas achteraf dringt tot hem door hoe alles precies in elkaar zat, pas dan kan hij de wirwar van even dramatische als hilarische verwikkelingen doorschouwen.
In Jeeves en de liefde is het niet anders. maar er kwam wel iets bij. Wodehouse schreef dit boek ná de oorlog. Hoewel Wodehouse inmiddels volledig gerehabiliteerd is, was zijn reputatie beschadigd door die periode. Er waren schrijvers die hem beschuldigden van collaboratie. Dat zie je in dit boek terug. Er wordt de spot gedreven met een van zgn vijanden, A. A. Milne, de schepper van Winnie de Poeh. Verder wordt nadrukkelijk verwezen naar laster en smaad. maar, wordt ook opgemerkt, ‘de geest van de Woosters’ heeft de neiging ’telkens weer overeind te kruipen wanneer hij wordt vertrapt’. Wodehouse liet met dit boek zien dat hij er nog was. Niettemin kun je te midden van alle kluchtigheid de tragiek voelen.
Jeeves en de Liefde is een feest, met drank, persoonsverwisselingen, verstoppartijen achter een bank – maar het is ook een roman over levenslust tegen de klippen op.
Podcast: Play in new window | Download