Dit is een vrij laat (1959) Drones-verhaal uit de bundel A Few Quick Ones. Dat het zo relatief laat is geschreven valt o.a. te zien aan het feit dat Wodehouse in dit verhaal maar liefst tweemaal het verschijnsel televisie noemt (Het publiek in een televisiestudio kon haast niet harder gelachen hebben. en Bramley-aan-Zee flikkerde voor zijn ogen als een oude Western op de TV.) – terwijl voor het overige alles nog net zo Edwardiaans is als in al zijn oudere Drones verhalen. Hier en daar heb ik dat in de (Modern Dutch) vertaling wat verdoezeld, door hier een boordenknoopje niet te noemen en daar van een hurricane een tsunami te maken, maar de manchetknopen, hoornen brillen en gleufhoeden (die laatste zelfs gedragen op het strand), bovenal echter de intermenselijke verhoudingen, verraden toch in welke tijd het verhaal gesitueerd is. Dat is natuurlijk ook juist leuk. Die televisie springt er dus een beetje anachronistisch uit. Verder is hier natuurlijk opnieuw sprake van gerecyclede verhaalelementen (Drones-lid moet Verkiezing van Mooiste Baby jureren als in Noblesse Oblige, MDPodcast 102, en baby inspireert tot komische strip als in De artistieke loopbaan van Corky, MDPpodcast 159), waarbij het deze keer heel grappig is om te zien hoe Wodehouse zelf een paar keer binnen dit nieuwe naar een van die oudere verhalen verwijst. En tenslotte ontdekte ik hier dat de titel van Kyril Bonfiglioli’s roman Niet Dat Ding Op Mij Richten, waaraan Modern Dutch Podcast 139 is gewijd, letterlijk ontleend is aan dit verhaal, waarin ‘dat ding’ evenwel geen vuurwapen is, maar Bingo’s geliefde zoontje Algy. Wodehouse was kennelijk niet zo dol op baby’s.
Podcast: Play in new window | Download