Samenvatting van het voorafgaande: Tante Dahlia heeft Bertie naar Totleigh Towers gestuurd om een zilveren roomkannetje in de vorm van een koe terug te stelen dat Sir Watkyn Bassett, de eigenaar van Totleigh Towers, op slinkse wijze heeft ontfutseld aan haar man, Tom Travers, die antiek zilver verzamelt. Sir Watkyn en zijn brute kameraad Roderick Spode vermoeden wel waarom Bertie daar is! Bertie hoopt op Totleigh overigens tevens de breuk te herstellen tussen Gussie Fink-Nottle en Madeline, de dochter van Sir Watkyn. De gruwelijk zoetsappige Madeline gelooft namelijk dat Bertie verliefd op haar is en heeft beloofd met hem te trouwen als haar verloving met Gussie ooit mocht uitraken – wat Bertie gezien de erecode van de Woosters onmogelijk zou kunnen weigeren. Gelukkig vertelt ze hem dat Gussie en zij zich hebben verzoend. Het blijkt overigens dat de altijd zo timide salamanderliefhebber Gussie Fink-Nottle zich opeens veel vrijer en flinker gedraagt. Hij heeft namelijk om zijn minderwaardigheidscomplex en verlegenheid te overwinnen i.v.m. een spreekbeurt die hij moet houden, in een notitieboekje beledigingen en kleinerende opmerkingen genoteerd over Sir Watkyn en Spode om zijn angst voor hen te overwinnen en dat heeft wonderbaarlijk goed gewerkt. Zelfs van Spode, die de leider is van een fascistische organisatie, de Zwartbroeken, is hij niet bang meer. Dan ontdekt hij echter dat hij het notitieboekje is kwijtgeraakt.
Podcast: Play in new window | Download